De invloed van de norbertijnen van de Abdij van Park op het Brabantse platteland, met speciale aandacht voor Tervuren en Vossem.

In het jaar 1129 schonk Godfried I met de Baard, graaf van Leuven en hertog van Brabant, zijn even ten zuidoosten van Leuven gelegen jachtpark aan de norbertijnen of premonstratenzers om er de gelijknamige abdij te stichten. Tegelijkertijd stond hij ongeveer 350 ha land, bossen en weiden in Heverlee en omliggende dorpen af aan de religieuzen. De trend was gezet en de volgende eeuwen zouden schenkingen door de opvolgers van graaf Godfried en particulieren maar ook door aankoop en ruil,  het domein van Park  fors  uitbreiden.

Conform  het ideaal van ordestichter Norbertus van Gennep (1080-1134) streefden de  norbertijnen twee doelen na: enerzijds het klassieke kloosterleven en anderzijds als priester-kanunniken apostolaat en parochiezorg in die dorpen waar de abdij patronaatsrechten had en pastoors ter benoeming mocht voordragen.  De samenstelling van het abdijdomein met zowel landbouwgronden, pachthoeven als pastorieën en kerken spiegelt zich aan deze missie van de norbertijnen.

Op haar hoogtepunt in de 17de eeuw telde het abdijbezit circa 3500 ha en 16 parochies met bijhorende kerken. Een enorme oppervlakte die zich uitstrekte over 130 dorpen. Het eigenlijke bouwland bedroeg ongeveer 2470 ha, waarvan 860 ha werd verhuurd aan kleine boeren. Het bosareaal besloeg een goede 800 ha. Circa 1612 ha was verdeeld over 19  grote en middelgrote landbouwhoeves.

Net als vele van de andere norbertijnenabdijen smeedden de Parkheren mee aan het Brabantse landschap  en drukten als pastoor hun stempel op het dorps- en parochiale leven!

In Tervuren had de abdij de patronaatsrechten sinds 1227, een gunst van hertog Hendrik I.  De vroegste aanwezigheid van de abdij van Park in Tervuren en Vossem gaat terug tot 1129, het stichtingsjaar. De stichtingsoorkonde vermeldt al bossen, weiden, gronden en huizen in Tervuren en Vossem.

De prominente aanwezigheid van de abdij van Park in het Leuvense en omgeving houdt niet alleen verband met de bakermat van de kloostergemeenschap maar ook met de inplanting van de andere grote abdijen, dan vooral van de premonstratenzerorde, in het hertogdom.

Naar het zuidoosten toe botste Park met de invloedssfeer van Heylissem, terwijl de kanunniken zich in het Brusselse hoedden voor een confrontatie met de zusterabdijen van Dielegem en Ninove. Noordwaarts richting Kempen waren Tongerlo, Averbode en later ook Postel  de grote spelers.

Hiermee behoorde Park niet tot de allergrootste abdijen in de Zuidelijke Nederlanden. Tongerlo bijvoorbeeld bezat meer dan 10.000 hectare en 40 parochies, maar Park had dan weer het voordeel dat het beschikte over rijke vruchtbare Brabantse zandleemgronden.

De Franse Revolutie, een veranderende tijdsgeest, toenemende verstedelijking, herverdeling van de arealen onder erfenisdruk en een gebrek aan opvolging, deden verscheidene hoeven verdwijnen. Andere werden deels gesloopt of kregen een nieuwe bestemming. Enkele overleefden de woelingen van de tijd en behielden als referentiebakens in het cultuurlandschap hun eeuwenoude landbouwrol.

Hoewel de meeste van de door de norbertijnen in Brabant gebouwde pastorieën bewaard gebleven zijn, wachten sommige ervan op een nieuwe functie. Andere kregen die al als bibliotheek, ontmoetingsruimte, gemeentehuis, particuliere woning, groene plek enzovoort. Enkele knoopten terug aan met hun oorspronkelijke bestemming als pastoorshuizen of worden op dit ogenblik gerestaureerd. Maar allemaal blijven het monumenten en ijkpunten in het straatbeeld.

Stefan Van Lani (°1970) studeerde moderne geschiedenis aan  de K.U.Leuven (1992) en archivistiek aan de V.U. Brussel (1994). Hij is beleidscoördinator van de Erfgoedsite Abdij van Park waar hij tevens als archivaris de eindverantwoordelijke is voor het abdijarchief. Hij publiceerde onder meer over de abdij van Park, de norbertijnen, over instellings- en landschapsgeschiedenis.

Abdij van Park. Pachthoeven en landbouwdomein, 1999.

De Norbertijnenabdij van Park. Unieke erfgoedsite in de Leuvense stadsrand, 2007.

Comments are closed.